Arm ding
‘Het ding’. Soms ook: ‘Het tennisracket’, ‘De verlostang’ of ‘Het treinongeluk’. Op bijster veel affectie van de Rotterdamse bevolking heeft Naum Gabo’s naamloze sculptuur naast de Bijenkorf aan de Coolsingel nooit kunnen rekenen. Nu het zesentwintig meter hoge en veertigduizend kilo wegende werk van ellende uit elkaar dreigt te vallen, gaan er toch steeds meer stemmen op om het beeld van zijn ondergang te redden. De gemeente Rotterdam is echter niet van plan om er ook maar één cent aan uit te geven.
Met de onthulling van Gabo’s stalen constructie op 21 mei 1957 (de jaarlijkse Rotterdamse Opbouwdag) kwam de nieuwbouw van de Bijenkorf officieel gereed. Tijdens het bombardement op Rotterdam in 1940 was de oorspronkelijke Bijenkorf van architect Willem Dudok aan het Van Hogendorpplein onherstelbaar verwoest. Architect Marcel Breuer kreeg de opdracht om een nieuw warenhuis te ontwerpen. Om het strakke, rechthoekige ontwerp van Breuer wat te verzachten, werd er besloten om de Russische kunstenaar Gabo een monumentale sculptuur te laten vervaardigen.
Gezien de enorme afmetingen van Gabo’s beeld, had die vervaardiging aardig wat voeten in aarde. De Constructiewerkplaats en Machinefabriek Hollandia zette zich aan de klus, maar pas nadat TNO een model op bestendigheid had getest en het Nationaal Luchtvaart Laboratorium er in windtunnels grote krachten op had losgelaten. Gabo’s sculptuur is het grootste moderne kunstwerk dat tijdens de wederopbouwperiode in de openbare ruimte is geplaatst. Rotterdam kreeg er een modern icoon in het straatbeeld bij, dat bovendien een tegenhanger was van een ander Rotterdams icoon, ‘De verwoeste stad’ (1953) van Ossip Zadkine. Daar waar Zadkine het menselijk lijden en de vernietiging van de stad tijdens de Tweede Wereldoorlog in herinnering bracht, daar stelde Gabo een wonder van techniek, een symbool van wederopbouw en vooruitgang tegenover.
Gabo’s geloof in techniek bleek in de praktijk alleen al snel naïef. Ondanks de uitgebreide testen en simulaties, stond de sculptuur binnen een jaar na oplevering in de steigers. Het beeld bleek geliefd door vogels, maar kwetsbaar voor hun uitwerpselen, en er was sprake van inwendige roestvorming door ondeugdelijke naden. In 1960 stond de sculptuur bij een volgende renovatie tien minuten in brand, nadat het dekzeil waarmee het beeld was bedekt vlam vatte. De Bijenkorf streek met de hand over het hart en besloot een zestien maanden lange restauratie te bekostigen. In 1997 volgde opnieuw een grondige restauratie, maar door verwaarlozing gaat het sindsdien snel bergafwaarts met de sculptuur. Het beeld is zowel van binnen als van buiten ernstig verroest. De treurige toestand waarin de Coolsingel verkeert draagt ook al niet bij aan de erbarmelijke indruk die het beeld maakt.
Begin deze maand presenteerde het Rotterdamse stadsbestuur het plan om de Coolsingel ingrijpend te renoveren. De straat moet de allure krijgen van niets minder dan de Champs-Élysées en de Ramblas. Het college heeft er 47,2 miljoen euro voor over. Binnen de plannen is geen plaats voor de zo noodzakelijke grondige restauratie van Gabo’s sculptuur. Het stadsbestuur wijst al jarenlang met een beschuldigende vinger naar IEF Capital, de vastgoedbelegger die sinds 2006 zowel eigenaar van De Bijenkorf als het beeld is. ‘We kunnen alleen ingrijpen als de veiligheid in het geding is’, liet een woordvoerder van de gemeente Rotterdam aan de website Vers Beton weten. Dat schrijnt, want het college weigerde eerdere schenkingen van het beeld steeds.
Wat ook schrijnt is dat vorig najaar het plan werd gepresenteerd voor een nieuw iconisch kunstwerk in de Rotterdamse openbare ruimte. Op het plein voor het geheel vernieuwde Centraal Station moet het werk ‘Kissing Earth’ van de IJslands-Deense kunstenaar Ólafur Elíasson verrijzen: twee wereldbollen, gemaakt van spiegelend materiaal, die elkaar raken op de plek van Rotterdam. ‘Er zit een soort vooruitgangsoptimisme in,’ stelde Jaap Guldemond, lid van de commissie die het kunstwerk unaniem koos uit vijf ingestuurde ontwerpen. ‘Die wederopbouwgedachte, dat kenmerkt Rotterdam.’ Het kunstwerk – in de volksmond inmiddels ‘De ballen van Rotterdam’ genoemd – gaat naar schatting 1 tot 1,5 miljoen euro kosten en het stadsbestuur heeft beloofd zelf 5 ton in te leggen.
Als je er als stad al niet in slaagt om zuinig te zijn op je culturele erfgoed, is de realisatie van nieuw erfgoed dan niet een merkwaardige prioriteit? Of is dat nu juist dat typisch Rotterdamse vooruitgangsdenken?
Afgelopen winter speelden vier trombonisten op vier vrijdagen een muzikaal eerbetoon aan het beeld van Gabo.