De nijntjeficatie van Nederland
Een groot groen konijn hangt wat lusteloos over de rand van het dak van de openbare bibliotheek van Almere. Daarmee schaart de stad zich in een lange reeks gemeentes die ervoor kiezen het publiek domein op te leuken met buitenproportionele, lollige beelden. Een laveloos aardvarken met een feestmuts, een uit z’n krachten gegroeide mol met een boorstaartje: terwijl de wipkip eindelijk lijkt te wijken rukken deze nieuwe plezierdieren overal op.
Deze plotselinge fixatie op openbare aaibaarheid kan alleen begrepen worden tegen de achtergrond van de verandering van het publiek domein. Terwijl de tegenstellingen in de stad steeds scherper worden dient de openbare ruimte er in toenemende mate voor om dat toe te dekken. De publieksgebieden worden net als hun virtuele evenknie gevuld met Friends en Likes, entertainment is de enige ervaring die lijkt toegestaan. Dat nu ook kunst wordt ingezet in dit snoozle-offensief toont op paradoxale wijze aan dat de overheid de greep op het publieke compleet is kwijt geraakt. In de lange en rijke traditie van kunst in de openbare ruimte die Nederland kent, hebben overheden hun beleid op dat terrein vaak ingezet als podium voor het tonen van ambities, culturele vooruitstrevendheid en maatschappelijke betrokkenheid. Dat bracht risico’s met zich mee, maar het gaf diezelfde overheid wel een herkenbaar gezicht. De neiging om tegenwind te omzeilen en tegengeluid bij voorbaat te smoren is tegenwoordig echter zo sterk geworden dat bestuurders kiezen voor een debiliserende benadering in de hoop hun burgers koest te houden. In feite gedragen ze zich als ouders die te grote pluche beesten voor hun ernstig verwaarloosde kinderen kopen, terwijl ze weten dat het gezin al definitief uit elkaar gevallen is.
Begrijp me goed: er is niets tegen Nijntje. Nijntje is een prachtig getekend, schattig konijnenmeisje. Maar als je ouder bent dan 6 wil je wel eens wat anders. Dat bestuurders hun burgers benaderen op dit kinderlijke niveau lijkt me een ernstige onderschatting. Dieren zijn niet alleen maar leuk en schattig, net zo min als het publieke domein dat we met elkaar delen één groot knuffelparadijs is. Gevaar is een realiteit en het gevaarlijke heeft aantrekkelijke kanten: er hoeft maar een wolf een paar dagen door Nederland te scharrelen en het hele land wordt opgewonden. Misschien moeten we pleiten voor meer gevaarlijke dierfiguren in het openbaar. Maar ik ben bang dat dat aan dovemansoren is gericht. Het lijkt me dan ook beter even opportunistisch te werk te gaan als de hedendaagse overheid. Laten we de diervriendelijkheid nog verder doorvoeren en pleiten voor meer respect: geen neerbuigende afbeeldingen meer van dieren in onze openbare ruimte. Helemaal geen afbeeldingen van beesten meer, dat is ons streven.
Vegartisten van Nederland, sta op!