5.10.2012 - 14.00-17.30

Nut en Nadeel van het promoveren in de kunsten

Verslag van Debat Investigations II

PDF

Op 5 oktober 2012 vond het symposium Nut en Nadeel van het promoveren in de kunsten plaats op de Gerrit Rietveld Academie. Centraal stond de vraag waarom een kunstenaar kiest voor het promotietraject. Het symposium werd georganiseerd door LAPS en DeFKa in Assen.

Inleiding Jeroen Boomgaard
Promoveren in de kunsten is opnieuw een omstreden onderwerp naar aanleiding van het september-oktobernummer van De Witte Raaf. De Witte Raaf laat daarbij alleen mensen aan het woord die pertinent tegen de academisering van het kunstonderwijs zijn: ‘onderzoek is niet de taak van de kunst’. Waarom zou je promoveren? Het is vaak een lijdensweg, maar het is in de wetenschap het hoogst haalbare in je vak, de ultieme erkenning dat je het kunt en je hebt jarenlang de tijd om een interessant onderwerp te onderzoeken. De resultaten van deze onderzoeken zijn interessant; de proefschriften zelf meestal niet zo. Kritische vragen die oprijzen zijn: waarom kunstenaarsonderzoek serieus nemen? Maar waarom niet, zijn mensen die kunst maken minder slim dan wetenschappers? De angst voor academisering is een kwestie van omgaan met een systeem dat steeds meer controle oplegt. Op zich is het promoveren in de kunsten is een interessante ontwikkeling.

Presentatie Geert Mul
Promovendus Mul onderzoekt hoe je databases kunt inzetten om verhalen te genereren. ‘De database slaat alleen informatie, maar geen kennis op. Hoe wordt de database gelezen? Kennis ontstaat pas bij het lezen. De interface ontsluit geen kennis, maar genereert kennis en maakt deze zichtbaar’.

Presentatie Hermann Gabler
Gabler promoveert aan de Universität für angewandte Kunst Wien bij professor Robert Pfaller. De aanleiding voor promoveren kwam voort uit Gablers onderzoek bij de kenniskring van LAPS, ‘een positieve opening van de wereld’. De centrale vragen van Gablers onderzoek zijn: hoe kan men het moderne concept van esthetica toepassen op het post-moderne? Hierbij gaat het om perspectieven en ideeën van de modernen die onze esthetische beleving bepalen en wringen met een post-modern wereldbeeld en kunstpraktijk. Dit concept onderzoekt hij en het begrip past hij toe op de tekeningen van twee kunstenaars. Gablers motivatie om te promoveren is om ‘de consensus’ (persoonlijk) en om ‘het concept en de context van het werk te leren begrijpen’ (professioneel). Mogelijk vraagt Gabler een stipendium aan voor zijn onderzoek.

Presentatie Paula Albuquerque
Promovendus Albuquerque onderzoekt webcams en hun invloed op autobiografieën. De titel van haar onderzoek is: Surveillance Cinema. Filming the Algorithmic Self. Albuquerque promoveert bij Patricia Pisters. Haar onderzoek toont webcam-materiaal en heeft een sterke theoretische component uit o.a. filosofie en theorie van film. Albuquerque ziet het promoveren als een noodzakelijke voortzetting van een bepaalde richting en heeft een onderzoekstipendium hiervoor ontvangen.

Presentatie Jonas Staal
Jonas Staals promotieonderzoek gaat over kunst en propaganda in de 21e eeuw vanuit Nederlands perspectief. Staal vond het noodzakelijk om een theoretisch kader voor zijn werk te scheppen, mede vanwege externe factoren zoals pers en politiek. Dat ontwikkelde hij steeds verder als een actief onderdeel van zijn werk. Staal raakt in zijn promotieonderzoek drie velden: politieke geschiedenis, kunstgeschiedenis en kunstpraktijk. Een vraag die onder andere centraal staat is ‘in hoeverre heeft kunst een actieve rol in het politieke proces?’ Over promoverende kunstenaars stelt Staal dat ‘uitspraken van kunstenaars in een ander kader worden bekeken’. ‘Theorie is een machtsmiddel op de markt’.

Presentatie Daniela de Paulis
De titel van het promotieonderzoek van de Paulis is: Opticks, Space Travel and Visual Moonbounce. De Paulis onderzoekt het gebruik van moonbounce in kunst. Een centrale vraag is: ‘hoe zijn de radiogolven van moonbounce te visualiseren?’ Dankzij de diepgang van haar onderzoek krijgt de Paulis’ kunstpraktijk een andere context.

Debat met Paula Albuquerque, Geert Mul, Daniela de Paulis en Jonas Staal o.l.v. Tine Wilde, Gert Wijlage en Jeroen Boomgaard
Debatleider Tine Wilde (filosoof en kunstenaar) (TW) vraagt zich af wat de meerwaarde is van het artistiek onderzoek van Jonas Staal, is het niet gewoon wetenschappelijk onderzoek. Reactie Staal (JS): ‘ik ben niet alleen als wetenschapper, maar ook als collega-kunstenaar geëngageerd. Er is veel kritiek op kunst zonder het tonen van kunst’. TW: ‘Maar wat is dan jouw kunstenaarschap?’ JS: ‘Dat is de systematische visuele vertaalslag naar de politiek, zoals bijvoorbeeld bij de scriptie van PVV-politicus Fleur Agema. Ik geloof in kunstenaarschap waar de maatschappij en het reflectieve element zijn ingebed.’

Rutger Emmelkamp (docent GRA) (RE) vraagt Geert Mul (GM) hoe de kunstervaring die Mul teweegbrengt, is te duiden. GM: ‘Databases genereren verhalen en speculeren over mogelijke relaties. Daarvan is een traditie in de beeldende kunst.’

Debatleider Jeroen Boomgaard (lector GRA) (JB) vraagt aan Albuquerque, Mul, de Paulis en Staal wat de nadelen van promoveren zijn. Daniela de Paulis (DP): ‘Het is het heel tijdrovend om steeds weer te presenteren en tekst te herzien. Ook ben je in sommige situaties wel een vreemde eend. Het helpt om een team te vinden om bij aan te sluiten. In het onderzoek worstel je met beperkingen en kaders. Het is een uitdaging om in een team daarover tot overeenstemming te komen.’ JB: ‘Het is zeer gebruikelijk dat promovendi conflicten hebben met hun promotor. Bovendien hebben kunstenaars en wetenschappers een andere opleiding als basis.’

Mul stelt dat ‘kunst de wetenschap kan bevragen en onderzoeken en vice versa. Kunst kan daarmee bruikbare kennis genereren.’

Emmelkamp vraagt aan de promovendi waarom de universiteit nodig is om de diepte in te gaan: ‘is het niet heulen met de vijand?’

Albuquerque: ‘de structurele discussies, het lezen van literatuur die later zeer zinvol blijkt te zijn.’

Mul: ‘de steun van een team, het verrijken van je onderzoek met nieuwe perspectieven. Er is geen vijand, overigens.’

De Paulis: ‘door middel van het promoveren, krijg je verbinding met andere culturele velden. Het is een gelegenheid om met andere specialisten te spreken. Het produceert kennis die je buiten de kunstwereld kunt plaatsen. Daarbij geniet ik van uitdagende situaties.

 

Wim Kok (kunstenaar en promovendus) stelt dat ‘het probleem is dat artistiek onderzoek niet specifiek genoeg is en bovendien nog erg nieuw. Het is heel moeilijk om gesprekspartners te vinden, vanwege de veelheid aan onderwerpen en het ontbreken van een plek voor discussie. Er moet nog veel worden uitgevonden.’

Mul: ‘Het is gemakkelijker om over mijn werk te spreken in een wetenschappelijke dan in een artistieke context, omdat het in een artistieke context op zichzelf staat.’

De Paulis: ‘De grote prestatie van het promoveren is het schrijven van een thesis in plaats van het maken van een kunstwerk.’