2009

LOKO/08: Leerschool in kunstzinnig polderen

Antonie den Ridder

PDF

Nederland moet mooier en beter. Dat zou in consensus het adagium van de hedendaagse kunstenaar moeten worden. Zoals het vechtpark in Hardenberg. Cruciaal voor het succes van dit streven is de inzet van omwonenden, kunstenaars, grondeigenaren, overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven, stelt Eric-Jan Pleijster van Lola Landscape Architects. Maar het eindeloze polderen en het gebrek aan duidelijkheid omtrent de voortgang van projecten, brengt hem tevens tot de verzuchting zich een kip met verweesde eieren te voelen. Het symposium LOKO/08 in Nijverdal vormde een poging om tot nieuwe inzichten te komen omtrent de rol von de kunstenaar in de complexe processen van gebiedsontwikkeling.

Het derde LOKO-symposium, gerealiseerd in een samenwerkingsverband van de Provincie Overijssel, Kunst en Cultuur Overijssel en SKOR, draagt als titel “Visie of Visioen”. Uitgaande van de voorstelling, dat er een groeiende vraag naar kunstenaars binnen processen van gebiedsontwikkeling is, wordt er opgeroepen tot bezinning over de positie von zowel kunstenaar als opdrachtgever. Moeten we de kunstenaar nu zien als een wonderdokter die sociale cohesie bevordert en oude woonwijken revitaliseert, terwijl hij ook nog eens de schoonheid van dit alles tot een factor van belang weet te maken? Of wordt zijn rol bepaald door de verlangens en de belangen von de opdrachtgever? Wie bezoeken zo’n symposium nu eigenlijk en met welke intenties? De bezoeker is de wethouder, die uit wil dragen, hoe voortvarend zijn beleid uitpakt in zijn gemeente. En de gedeputeerde von de provincie Overijssel, die een visie heeft over de rol, die gemeenten zouden moeten spelen. De cultuurambtenaren, voor wie het symposium tevens een leuk uitje is. Getuige de conversatie; “Ben jij hier als Provincie of gewoon als Joke? Ach, een beetje als allebei”. En kunstenaars natuurlijk, want het is altijd verstandig om je dicht bij het vuur te begeven, wanneer je de warmte als ambitie koestert. En tot slot Lectoraat Kunst en Openbore Ruimte als bemiddelaar, die partijen rond de tafel brengt.

Mimicry of Empatie?
Verpozend in dit gezelschop dringt een associatie met het verschiinsel “mimicry” zich op. Een beproefde overlevingsstrategie, waarbij je zoveel mogelijk het uiterlijk en gedrag van de andere portij probeert aan te nemen om aldus de ander te verschalken of om te voorkomen dat je verschalkt wordt. Je hoeft echter niet in tegendelen als ‘roofdier’ of ‘prooi te denken om het nut te zien van een dergelijke strategie in hel geval van een ontmoeting tussen de biedende en de vragende partij. Ze zijn beiden doelgericht, soms zelfs op hetzelfde doel, maar spreken vanuit fundamenteel ongelijkwaardige posities. De samenkomst in het Huis van Cultuur en Bestuur van Nijverdal neemt dan ook snel de vorm aan van een paardans, waarbij partijen om elkaar heen fladderen als verliefde vlinders. De kunstenaar, die er uitziet als een ambtenaar en ambtelijke taal bezigt en de ambtenaar, die met artistieke flair wat weg wil hebben van de eerstgenoemde. Dit op elkaar willen lijken, elkaars taal spreken en het doorschouwen van elkaars denkraam, zoals Heer Bommel het zo treffend uit wist te drukken, komt ongetwijfeld de communicatie ten goede. Maar het roept ook frustraties op. Want naast de oprechte wil om het de opdrachtgever naar de zin te maken door het vrijblijvend introduceren von hemelbestormende plannen, heeft de kunstenaar ook een toko te runnen en de plannen moeten wel gerealiseerd worden.

De regelende kunstenaar
In een inleidende voordracht legde Sjoerd Cusveller sterk de nadruk op de culturele identiteit van een bepaald gebied, waarop de kunstenaar zou dienen aan te sluiten. Arnold Hollemon ziet een rol voor de kunstenaar in het ordenen van wat er al is aan cultuurgoederen. Nederland staat immers al propvol met beelden. Hans Venhuizen liet middels een speciaal daarvoor ontworpen bordspel zien, hoe je ook spelenderwijs tot oplossingen kunt komen in het duw- en trekspel van de macht. Uitgangspunt is dan wel, dat de kunstenaar zich regelend en niet ontregelend opstelt. Als kunstenaar moet je wel je plaats kennen. En dat deed de kunstenares niet, die aan het eind van het ochtendprogramma het panel geagiteerd vroeg wat je nu eigenlijk moet doen om als kunstenaar bij grootschalige projecten aan de bak te komen. Zowel de sprekers als de panelleden zwegen daarop hartgrondig. Voor de eerlijkheid moet wel gesteld worden, dat het panel in reactie op de sprekers zich wel degelijk bezorgd toonde omtrent de wel erg neutrale rol, die de kunstenaar in sommige visies opgedrongen kreeg en evenzeer aandacht bleef vragen voor de plaatsbepaling van het autonome kunstwerk in dit verband. Maar in het kader von de realisering von de doelstelling om Nederland mooier en beter te maken, kon het belang van een individuele kunstenaarsvisie of een autonoom kunstwerk onvoldoende duidelijk gemaakt worden en konden ook kritische vragen omtrent het ideologische gehalte van het zo loffelijke streven naar een mooier en beter Nederland moeilijk ingepast worden.

Staan en omvallen
Communicatie, communicatie en nog eens communicatie. Bijna getergd klonk deze mantra uit de mond van wethouder Joost Liese, toen hem in de workshop rond Vechtpark Hardenberg gevraagd werd hoe obstakels in de processen van gebiedsontwikkeling genomen kunnen worden. Nu waren er dan ook de nodige dingen mis gegaan in het aanlooptraject. De gemeenteraad hikte aan tegen de hoge kosten en de deelnemende kunstenaars begonnen het zicht te verliezen op de mogelijke realisering van hun plannen. Vanuit Werkplaats Hardenberg, waarin men tot een samenhangend cluster van kunst- en ontwerpopdrachten in relotie tot ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Hardenberg trachtte te komen, werden opdrachten verstrekt aan onder andere LOLA Landscape Architects en kunstenares Wapke Feenstra. Eric-Jan Pleijster van LOLA begint enthousiast te beschrijven, hoe het toekomstige Vechtpark er in de ogen van de landschapsarchitecten uit kon zien. Met natuur, recreatie en kunst als bindende factoren tussen de beide delen van de stad. Deel uitmakend van een totaalplan, dat toch wel begroot kan worden op een 15 miljoen euro, dus voor een gemeente als Hardenberg aardig ambitieus. Maar gaandeweg het betoog komen andere emoties bovendrijven. Het is alweer een tijd stil rond het geesteskind van LOLA en twijfel nestelt zich in de harten. Een schijnbare stilte stelt de wethouder, want feitelijk wordt er hard gewerkt aan draagkracht voor het project. De bevolking, de gemeenteraad, het waterschap en natuurorganisaties moeten in deze met de neuzen in dezelfde richting komen te staan. Maar het blijft onbevredigend. Een cirkelredenering omtrent wat het eerst geldende gegeven moet zijn; de kip of het ei. Er worden kunstenaars betrokken bij projecten, voordat de omschrijving ervan rond is en op grond van een budget, dat niet in te schatten valt. De opdracht ‘Durf te dromen’ maskeert op zulke momenten het gebrek aan sturing bij de opdrachtgever. Het proces vordert met staan en omvallen versprak Pleijster zich freudiaans. Het is nu aan de gemeente om het plan tot realiteit te maken. Maar in de tussentijd voel ik me vaak een kip met verweesde eieren en mij bekruipt de vrees dat uiteindeliik gekozen zal worden voor uitvoering van delen van het plan en niet voor het geheel. Ook Wopke Feenstra toont zich kritisch over het vervolgtraject van haar beeldende project ‘De Beste Plek’, dat de mentale ruimte centraal stelt. Wanneer het een eenmalige ingreep betreft mist het haar doel. Er zal continuïteit in de uitvoering moeten zijn. Eigenlijk ontbreekt het aan een Bouwmeester met vergaande bevoegdheden, die dergelijke projecten op wankelmomenten een boost kan geven. Want, vertraging zit aan de andere kant van de tafel, wanneer je als kunstenaar met een plan komt.

De samenvatting
Dick Buursink, gedeputeerde van de provincie Overijssel heeft als reactie op de plenaire samenvatting nog wel enige adviezen waar het gaat om de autonomie van de kunstenaar en zijn opstelling tegenover een opdrachtgever. Verplaats je in de intenties van de opdrachtgever, dwing de opdrachtgever om de vrijblijvendheid in het proces te doorbreken. Voordat je het weet is een idee verworden tot een ordinair bereikbaarheidsproject. De opdrachtgever moet dwingender benaderd worden en de Provincie moet meer de regie nemen, ook wanneer formele verantwoordelijkheden meer bij gemeenten komen te liggen. Het publiek hoorde braaf maar sceptisch de aanbevelingen aan na een symposiumdag vol presentaties van visies, die elkaar in de kern tegenspreken: met elkaar om de tafel gaan zitten, je niet bemoeien met andere disciplines, je wel bemoeien met andere partijen, autonomie of dienstwilligheid. Wel werd duidelijk, dat het van groot belang is het traject naar eindresultaten beter te organiseren. Juist in langlopende projecten, zoals bij het Vechtpark, dat zijn voltooiing moet vinden in 2030 en waarbij vele partijen betrokken zijn, zou daarmee veel leed voorkomen worden. Iemand moet natuurlijk het laatste woord hebben bij een gebeuren als LOKO/08 en dat werd dan ook gegund aan Nils von Beek, adviseur von SKOR. Ziin stichtelijke woorden betroffen een hele rij deugden, die een beetje Oude Griek tot zijn beschikking had om naar eer en geweten met de werkelijkheid om te gaan. Dapperheid, passie, verwondering en volharding, om maar een tamelijk willekeurige greep te doen. Maar hij noemde niet die éne grondhouding, die mogelijkerwijs geen deugd maar een noodzakelijkheid betreft; de niet aflatende bereidheid om een compromis te sluiten met iedere machthebber.

LOKO/08 met het thema “Visie of Visioen” vond plaats in Nijverdal op 18 september 2008

Antonie den Ridder, “LOKO/08: Leerschool in kunstzinnig polderen”, Beelden, nr.44/ 2008: p. 10-11