2008

Bik Van der Pol – Zuidas Residentie

PDF

Beeldend kunstenaars

Uit Nederland, wonen in Rotterdam
Op voordracht van Lectoraat Art & Public Space/Stedelijk Museum Bureau Amsterdam
Plan onderzoeken of en waar precies de publieke sfeer van de Zuidas is te lokaliseren, om vervolgens de geur The Smell of Success te ontwikkelen

‘Succes is bijna hetzelfde als geluk: het bevat een verlangen en iedereen streeft ernaar. Voor de Zuidas is succes heel belangrijk. Wij vragen ons af of de geur van succes is terug te vinden in de publieke ruimte, idealiter een ruimte waar mensen elkaar ontmoeten, politieke invloed uitoefenen, vrijelijk praten over maatschappelijke kwesties. Bestaat deze ruimte op de Zuidas of is het een schijnbare, virtuele ruimte? We willen de geur van succes definiëren door samen te werken met een ‘nez’, iemand die parfums maakt, en met mensen die nauw bij de publieke sfeer van de Zuidas zijn betrokken.’

The smell of succes

Parfum – afgeleid van het Latijnse per fumum, ofwel ‘door rook’ – is een mengsel van geurende etherische oliën, aroma’s, fixeer- en oplosmiddelen, dat wordt gebruikt om het menselijk lichaam, dieren, voorwerpen en ruimtes van een aangename geur te voorzien. We ervaren de mix van geuren in onze omgeving meestal ‘in het voorbijgaan’, onopgemerkt, en soms zelfs onbewust, hoewel we ons een geur soms opeens bewust kunnen worden, bijvoorbeeld omdat we die sterk associëren met een andere tijd of plaats, of een sterk verlangen oproept.

Het publieke domein – of, in deze context misschien beter, de publieke sfeer- bestaat uit aile ruimtes waar mensen elkaar ontmoeten, vrijelijk kunnen praten en discussiëren over maatschappelijke kwesties en conflicten, en door die discussies politieke invloed kunnen uitoefenen. Het is een ruimte voor het discours. De publieke sfeer kan daarom worden beschouwd als ‘een theater waarin politieke participatie wordt opgevoerd’, een domein waarin de publieke opinie zich kan vormen.

De onderliggende ambities van de Zuidas worden beheerst door de alles overheersende ideologie – het verlangen – om een belangrijk financieel centrum te worden, waarbij La Defense en La Rive Gauche in Parijs, de Potsdamer Platz in Berlijn en de Docklands in Londen de grote voorbeelden zijn. Zijn deze ambities en verlangens terug te vinden in de publieke sfeer? Is er wei zoiets als een ‘publieke sfeer’ in de Zuidas? En is het mogelijk om de publieke sfeer te verwoorden met behulp van begrippen als publiek en prive-bezit, fysiek of virtueel? Met andere woorden: kan de geur van het succes van de Zuidas – inclusief de gebouwen en de mensen, de functie en het dagelijks gebruik van het gebied – worden gevonden en gedefinieerd door de publieke sfeer? Is het mogelijk om deze geur te definiëren?

Onderzoek naar deze kwesties moet lei den tot The Smell of Success’, die naar verwachting volgend jaar zal worden gelanceerd.