2010

Madame Dakar – Sabine Mooibroek

Jeroen Boomgaard

PDF

Madame Dakar komt nooit thuis

Glanzend en majestueus glijdt de gloednieuwe trein door de wasstraat op ons af. Het is het eerste beeld van Madame Dakar en hoewel het een andere trein met een andere snelheid op een andere plaats in een andere tijd is ben je als toeschouwer weer terug bij de fascinatie die de allereerste filmbeelden ooit opriepen: de magie en verleiding van het bewegende beeld. Maar Madame Dakar is geen film over film, geen nostalgische bespiegeling over teloorgang  en onmacht. Het is een film over verlangen, maar dan wel verlangen zoals alleen film dat kan laten zien.

Joyce, de protagonist van Madama Dakar, koestert de onvervulbare wens een trein te besturen. Illegaal sluipt ze rond in de wereld van het spoor, maar haar bewegingsmogelijkheid blijft beperkt, haar leven speelt zich af in de nacht. We komen verder weinig over haar te weten, ze kent nauwelijks een context, maar toch zit de film haar zo dicht op de huid dat haar onmetelijke verlangen begrijpelijk wordt. Het is echter pas wanneer ze naar Afrika afreist, op zoek naar ‘de Senegalese hoofdstad van het spoor’, dat haar persoon steeds meer contour krijgt. Niet omdat haar identiteit duidelijker wordt gedefinieerd, maar juist omdat zij als een hedendaagse ontdekkingsreizigster elke begrip dat haar bepaalt van zich af probeert te schudden. De ruimte waarin ze zich beweegt is niet langer het strikt geregelde publiek domein van de Hollandse samenleving, waar zelfs het illegale een precies omschreven plek krijgt toegewezen. In Senegal is het spoor niet afgebakend als deel van de infrastructuur, het is een plek waar mensen spullen vervoeren en verkopen, hun paard stallen, elkaar ontmoeten, overnachten en ontbijten. Privé en openbaar betekenen er heel iets anders en zijn voor een westerse blik niet van elkaar te onderscheiden.

Zoals de hoofdpersoon haar plek vindt in de ogenschijnlijk chaotische werkelijkheid van Afrika door zich eraan over te geven, zo levert ook de film zich uit aan wat hij tegen lijkt te komen. Op dat punt wordt de vertelling ingehaald door de gebeurtenissen. Maar de film laat ook zien dat de camera ons buiten de gebaande paden van de culturele tradities kan meenemen naar deze plek van verlangen zonder exotisch of anekdotisch te worden.

Wanneer  helemaal op het eind de hoofdpersoon tevreden neerhurkt op een oude, verroeste locomotief, die voorgoed tot stilstand lijkt gekomen in een hangar, lijkt de film aan zijn einde gekomen te zijn. De trein van de Lumières heeft schijnbaar zijn langste tijd gehad. Maar na de aftiteling staat Joyce weer op, de betovering door het beeld blijft in beweging.