2005

Tegendraads Station

Harald Schole

PDF

De ontwikkeling van de grote stations van de 21ste eeuw is te vergelijken met de groei van een stedelijk complex en omvangrijk gebied. Het station(sgebied) van de toekomst is een weerspiegeling van de maatschappij. Het station in een technisch hoogontwikkeld en democratisch georiënteerd land biedt openheid. Niet alleen fysiek door het veelvuldig toepassen van glazen vliesgevels, zichtlijnen en transparantie, maar ook mentaal, inhoudelijk.

Bij de ontwikkeling van een levendige stad hoort er ruimte te zijn voor het onverwachte, voor persoonlijke opvattingen. Rob Steenhuis, bouwmeester van de spoorwegen, concludeert in zijn gesprek met Jaap Huisman: ’Het was niet zo’n vreemde gedachte in de 19de eeuw om het station het aanzien van een paleis of een warenhuis te geven, want dat zijn juist gebouwen waar je trots op bent.’ (in Smaak, juli 2003).

In een gesprek tussen Jeroen Boomgaard en Harald Schole kwamen de mogelijkheden voor kunst in relatie tot de nieuwe stationsgebieden ter sprake. Boomgaard stelde een onderzoek voor onder de noemer tegendraads station. De opgave ‘tegendraads’ maakt aanspraak op ambities en idealen. Tegendraads appelleert aan twee lokale houdingen: aan het Amsterdamse ‘waot mot je‘ en aan een zekere rebellie, een kritisch en ondernemend vermogen. Van een eigenzinnige Amsterdamse koopmansgeest tot de ludieke acties van Provo.

‘Tegendraads’ lijkt een onmogelijke opgave. En waar te beginnen? De vraag rechtstreeks beantwoorden door onuitvoerbare voorstellen te doen? Of concepten leveren die het programma van eisen, dat voor het station is opgesteld, negeren?

Een vraag met tegenstellingen:

– de toekomstige beheerders van het Station Zuid zullen beducht zijn voor mogelijk oncontroleerbare kunst;
– kunst en kunstenaars hebben er weinig behoefte aan op een gegeven plaats en tijdstip een verstrooiend ‘tegendraads kunstje’ op te voeren;
– ‘tegendraads’ heeft het gevaar dat het kunst isoleert van de locatie, de specific site. Tegendraadse voorstellen plaatsen de kunst tegenover de stad en het station en vooral binnen het eigen domein van de kunst. In zo’n gebied is ‘tegendraads’ a priori geaccepteerd en wordt kunst afgeschermd tegen de invloed van buiten. Zo is tegendraadse kunst in een veilige haven beland. De effecten van kunst op de publieke ruimte staan dan niet voorop.

In 1915 tekent Berlage voor zijn tweede ontwerp van Plan Zuid het stadsgebied met station in vogelvluchtperspectief. Het station is hier duidelijk de beëindiging van de Minervalaan en het heeft een naam: Zuiderstation. Met de naam die Berlage aan het station heeft toebedacht, benoemde hij niet alleen de plaats maar ook de richting. Het zet de gedachten over het reizen in beweging.

Schole vergelijkt de opgave ‘tegendraads station’ met de veelzijdigheid van het reizen. De vertrekstaat – timetable – levert niet één reisbestemming, het gaat van een aantal trajecten uit. Vele wegen leiden naar Rome en sommige bestemmingen zullen vergelijkbaar kunnen zijn.

Voor iedereen kan de bestemming er weer anders uitzien en zoals van Calvino’s Onzichtbare steden bekend is kan één stad (of station) vele gezichten hebben. In het onderzoek is de ontwikkeling van de stationbouw beschreven en verder toegespitst op Amsterdam. Vervolgens zijn tien scenario’s voor kunsttrajecten uitgestippeld.

Traject A  stedenbouw / town-planning van gelijk naar dubbel gelijk en overstappen naar ongelijk from congruent to duplicates and transfer to unequal

Traject B  stationsgebied / railway area van overzicht naar vergezicht——-overstappen
from survey to perspective——transfer

Traject C  station
van strak omhulsel naar tactiele huid—–overstappen
from tight cover to smooth skin——transfer

Traject D  entrees / entrances
from place to pleasure palace transfer to private present paradise
van 10.00 tot 22.00    za en zo van 12.00 tot 18.00   niet op ma, di en wo

Traject E  locaties  / sites
from  change to exchange transfer in southern culture centre
van 10.00 – 22.00  uitgezonderd 1e kerstdag, nieuwjaarsdag, koninginnedag 30 april

Traject F  interieur / interior / subterranean
van publiek naar persoonlijk overstappen semi-openbaar 3*
from public to personal transfer semi-public

Traject G  hal / hall
from fast to slow and vice versa  2* / 4*

Traject H  routing
from Berlage to Van Eesteren ——transfer 5*
‘’een station kan de scheiding tussen twee wijken niet opheffen’’
overgangen in vormgeving

Traject I  begeleiding  / conduction
van een station naar een reis zonder overstappen – reserveren verplicht –
from station to an odyssey without transfer – reservation compulsory –

Traject J  multiplicity
van een reis naar een station  – reserveren verplicht – 1*
from a journey to a station – reservation compulsory–

vertrekstaat  / TIMETABLE / Zuiderstation
herdruk ingaand 2004  Lectoraat Art & Public Space / Gerrit Rietveld Academie / UvA / HS

voetnoten
1* feestdagen / holidays / evenement
2* lightrail / locale positie
3* sneltrein / semifast / uitwisseling & contact
4* intercity / knooppunt
5* HSL / TGV / ruimte, tijd & afstand

Lezers kunnen aan de timetable geen rechten ontlenen, wijzigingen voorbehouden, raadpleeg voor het vertrek de aanwijzingsborden.